Günther Prien
De aanval op konvooi HX-70 en de onderscheiding van de eikenbladen
Terwijl het tij begon te keren voor Duitsland na een uitvoerige nederlaag van de Luftwaffe toegebracht door de Royal Air Force tijdens de slag om Engeland, probeerde Dönitz wanhopig zo veel mogelijk van zijn kleine vloot in te zetten tegen de geallieerde konvooien. Prien en zijn bemanning kregen slechts twee weken verlof en op 14 Oktober waren ze al weer onderweg naar de koude wateren van de noordelijke Atlantische oceaan. Op 19 Oktober onderschepte Prien konvooi HX-79 onderweg van Liverpool naar Halifax, Nova Scotia. Hij werd snel vergezeld door vier andere boten om vervolgens samen de aanval in te zetten.
Priens eerste score kwam op 19 Oktober, toen een torpedo de bodem van het Nederlandse stoomschip Bilderdijk vond. Hierna volgde een aanval op de Britse tanker Shirak en het vrachtschip Wandby. Terwijl de Shirak snel werd afgemaakt door de U-48, onder bevel van Günther Bleichrodt, werd de Wandby zwaar beschadigd achtergelaten. Twee dagen later zonk deze uit zichzelf. Deze fanatieke totale aanval ging door to in de kleine uurtjes van de volgende dag. De U-47 viel drie Britse schepen aan binnen twee uur: de vrachtschepen La Estancia en Whitford Point en de tanker Athelmonarch. Terwijl de tanker verdere schade kon ontlopen, zonken de twee vrachtschepen snel naar de bodem.
Met geen enkele torpedo meer aan boord, werd de U-47 teruggeroepen naar de haven. Hij kwam daar op 23 Oktober aan. De boot was slechts tien dagen op zee geweest, verreweg de kortste patrouille tot dat moment. Hoewel Prien slechts vier vijandelijke schepen met een totaal van 22.014 ton, kreeg hij van het ministerie van propaganda acht schepen met een totaal van 50.500 ton op zijn conto geschreven. Dit bracht hem - volgens het ministerie van propaganda ten minste - boven de magische 200.000 ton grens. Dit kwam Hitler ter ore, die Prien een telegram stuurde om hem te feliciteren met deze mijlpaal. Na de succesvolle aanval op konvooi HX-79, keerde Prien terug naar Duitsland om de eikenbladeren bij zijn ridderkruis in ontvangst te nemen. Hij was de vijfde die deze belonging kreeg en de eerste in de Kriegsmarine.
Drie contrasterende afbeeldingen van de commandant van de U-47. Van links naar rechts: i. Kapitänleutnant Prien nadat hij in Oktober 1939 in Berlijn het ridderkruis ontvangen had. ii. Een officieel portret op een ansichtkaart. iii. Ongeschoren, met het traditionele onderzeeboot jack, na een succesvolle patrouille.
"Wir haben ein Gast an bord!"
Op 3 november 1940, iets meer dan een jaar na zijn succes in Scapa Flow, vertrok de Kriegsmarine's nieuwste eikenblad ontvanger uit de veilige wateren. Naast de reguliere bemanning was er ook een journalist aan boord, Wolfgang Frank, wiens taak het was om inzicht te geven in het leven aan boord van een onderzeeër. Dit om de enthousiate lezers thuis in Duitsland iets te lezen te geven. Deze taak leek erg veel op de rol van Lothar-Günther Buchheim, auteur van de klasieker Das Boot. Hoewel Prien er niet vies was geprezen te worden - veel daarvan zeer verdiend - vermeed hij bewust het ophemelen van zijn eigen succes en reputatie. Naarmate Wolfgang Frank, Prien beter leerde kennen, bevestigde hij deze houding door te schrijven dat Prien de overdreven pluimstekerij lichtelijk ammusant vond. In 1942 schreef Frank een boek over zijn ervaringen aan boord van de U-47, getiteld Prien greift aan ("Prien valt aan"). Later zou het gepubliceerd worden onder de titel Enemy Submarine.
Links: het certificaat uitgereik bij de Eikenbladeren op 20 Oktober 1940 (Met dank aan Ivan voor dit plaatje) Midden: De voorkant van het boek "Mein weg nach Scapa Flow" ("Mijn weg naar Scapa Flow"), gepubliceerd in 1940. Het boek wat zou helpen om Prien een huiselijke naam en een propaganda icoon te maken. (Met dank aan Warcos voor dit plaatje) Rechts: De voorkant van "Prien greift an" ("Prien valt aan"), geschreven door oorlogscorrespondent Wolfgang Frank en gepubliceerd een jaar na de dood van de beroemde Kaleun (Met dank aan Wolfgang voor dit plaatje)
Binnen een week na zijn vertrek uit Lorient, had de U-47 zijn eerste mogelijke doel al in het vizier. Het was het Portugese stoom vrachtschip Gonçalo Velho dat beschadigd werd door dekgeschut. Toen Prien zich realiseerde dat dit een neutraal schip was, liet hij het door. Deze korte ontmoeting was een voorbode van een lange periode van rust die bijna een maand zou duren. Het ironische was dat uitgerekend nu een journalist aan boord was die nu over niets anders kon schrijven als de weersomstandigheden.
Twee beelden van Kapitänleutnant Prien op de brug nadat hij het Portugese stoomschip "Gonçalo Velho" met het dekgeschut to stoppen heeft gedwongen. Prien wacht op de kapitein. (Met dank aan Wolfgang voor deze plaatjes)
Links en midden: Prien spreekt met de kapitein van de 'Gonçalo Velho' en hoort dat ze onderweg zijn van Reykjavik. Het schips neutraliteit respecterend, laat Prien het zijn reis voortzetten. Rechts: Na de hartelijke dank van de Portugese kapitein te hebben gekregen, zwaait de kaleun van de U-47 vaarwel. (Met dank aan Wolfgang voor deze plaatjes)
De frustrerende onvruchtbare periode kwam eindelijk tot een eind op 2 December toen de wapens werden gericht op een ander Liverpool-Halifax konvooi, HX-90. Vergezeld door zes andere boten, sloop de U-47 naar het konvooi. De resultaten waren echter, naar Priens maatstaven, zeer middelmatig. Een succesvolle aanval op het Belgische vrachtschip Ville d'Arlon en het raken van de Britse tanker Conch (welke later nog geraakt werd door de type VIIC U-95 onder bevel van Gerd Schreiber en ten slotte afgemaakt door Kretschmer's U-99). Buiten deze acties was deze patrouille een teleurstelling, niet alleen voor Prien en zijn bemanning, maar ook voor de meegekomen journalist.
De U-47 arriveerde uiteindelijk in zijn dok op 6 December, met de bemanning in een slechte stemming door de beklagenswaardige negende patrouille. De stemming werd waarschijnlijk wat verbeterd door het vooruitzicht kerstmis thuis door te brengen tijdens de verbouwing van de onderzeeboot. Hoewel Prien nog steeds door het ministerie van propaganda gezien werd als de enige echte onderzeeboot "kampioen" was die lang gehouden plek inmiddels overgenomen door Otto Kretschmer, wiens U-99 (ten onrechte) meer dan tweehonderdvijftig duizend ton op zijn conto had gekregen.